condensatoren (Toestel of techniek)
Voor frequentiestabilisatie van een vfo was ik op zoek naar 2 condensatoren met een negatieve temperatuurcoefficient en wel 10 pf groen en 18 pf geel.
Aangezien deze nergens meer te krijgen zijn ben ik van de volgende berekening uit gegaan:
10 pf groen = 10 * 330 = 3300 ppm.(parts per million)
18 pf geel = 18 * 220 = 3960 ppm.
Opgeteld maakt dat een temperatuurscompensatie van 7260 ppm.aangezien de condensatoren parallel staan over de oscillatorspoel.
Nu heb ik de waarde van 28 pf en 7200 ppm.kunnen bereiken door 3 ntc condensatoren paralell te zetten. Domweg door de capaciteiten bij elkaar op te tellen en de bovenstaande berekening toe te passen.
Het vfo is een heel stuk stabieler geworden maar mijn vraag is wel klopt mijn berekening of maak ik een denkfout?
Op bijgevoegde link staat de aanduiding en het aantal ppm.s van ker. condensatoren.
http://www.spectraweb.nl/Informatie/Condensatoren/condensatoren.html
henk
condensatoren
Aangezien deze nergens meer te krijgen zijn ben ik van de volgende berekening uit gegaan:
10 pf groen = 10 * 330 = 3300 ppm.(parts per million)
18 pf geel = 18 * 220 = 3960 ppm.Opgeteld maakt dat een temperatuurscompensatie van 7260 ppm.aangezien de condensatoren parallel staan over de oscillatorspoel.
Hallo Henk,
Ik denk dat er inderdaad een denkfout is en dat je de temp.coef. niet op moet tellen. Maar naar rato een gemiddelde van moet nemen.
Voorbeeld:
Als ik een weerstand van 100 Ω 10% parallel (of in serie) zet met een ander weerstand van 100 Ω 10%, dan blijft de totaalweerstand ook gewoon 10%.
Gemakkelijk is het te zien bij je condensatoren door bij een bepaalde temp.verhoging de capaciteit voor beide uit te rekenen en samen te stellen zoals je ze in de schakeling hebt zitten en dan kijken wat de totale afwijking door de temp. is. Dat is weer gemakkelijk terug te rekenen naar ppm (van het geheel).
Succes!
Jac
condensatoren
Dag Jac,
Bedankt voor je antwoord maar ik bgrijp het nog niet.Ik tel nl geen temperatuurscoefficienten bij elkaar op maar picofarads.
Neem de c van 10 pf bij een temperatuursverhoging van 1 graad heeft hij theoretisch een waarde van 10 -(10*220/1000000)pf en die van 18 een waarde van 18 -(18*330/1000000)pf en die verschilwaarden in pf die tel ik bij elkaar op omdat de condensatoren parallel staan. 10*220/1000000 en 18*330/1000000 zijn (mijns inziens)namelijk de getallen in pf die van de oorspronkelijke waarden afgaan .Trouwens het verloop van het vfo is met de helft afgenomen dus was er wel resultaat.
Maar maak een oude kerel maar duidelijk waar hij de mist ingaat.
gr. henk
condensatoren
Hallo Henk,
Ik weet nu niet welke temp.coeff bij welke condensator horen, maar ik ga even uit van de gegevens in je laatste bericht. Als het andersom is, is de berekening natuurlijk soortgelijk.
De berekening:
Als de temperatuur 1 °C verandert gebeurt hetvolgende:
10,0000 pF verandert naar 9,9978 pF (namelijk 220 ppm van 10 pF minder)
18,00000 pF verandert naar 17,99406 pF (namelijk 330 ppm van 18 pF minder)
10+18 pF (dus de parallelschakeling) verandert naar 9,9978 + 17,99406 = 27,99186 pF.
Ten opzichte van de oorspronkelijke 10 + 18 = 28 pF is dit dus 0,00814 pF minder.
0,00814 pF is 291 ppm van 28 pF. (en niet 220 + 330 = 550 ppm of iets anders creatiefs! De samengestelde waarde moet natuurlijk tussen de deel-invloeden in liggen)
Je kunt ook zeggen:
de 10 pF doet voor het deel 10pF/28pF mee aan de totale verandering (dat deel draagt de 10pF condensator namelijk bij aan de totale capaciteit van 28 pF).
de 18 pF doet mee voor 18pF/28pF aan de totale verandering
oftewel de bijdrage van de 10pF-C aan het geheel is: 10/28 * 220 ppm = 79 ppm (van het geheel)
en de 18 pF: 18/28 * 330 ppm = 212 ppm (van het geheel).
Het totaal wordt dus de bijdrage aan het geheel van de 10pF condensator + de bijdrage aan het geheel van de 18pF condensator, dus 79 ppm + 212 ppm = 291 ppm.
De nauwkeurigheden uit de berekening zijn alleen maar ter illustratie natuurlijk. De temp.coeff. is uiteraard ook niet precies 220 resp. 330 ppm.
Hopelijk verduidelijkt dit weer ietsje.
Jac
condensatoren
Hallo Jac,
Je hebt gelijk ik heb de waardes van de condensatoren verwisseld maar dat doet aan het principe van de berekening niets af.
En toch heb ik het idee dat ik het goed gedaan heb want ik heb niet de coefficenten opgeteld maar de waardes die de condensatoren in pf naar beneden gingen dus 10*220 en 18*330 Hetzelfde wat jij in feite ook doet alleen ga jij verder en rekent ook de capaciteit uit na temperatuurverhoging en de coefficent van de parallelschakeling en daar heb ik mij niet druk over gemaakt.
Ik ben meer dan 3 maand met dit vfo aan het stoeien geweest en kwam met 3 c,s en een totale waarde die tegen de som van bovengenoemde waardes uitkwam een goed resultaat gehaald maar misschien is dat ook wel meer geluk dan wijsheid.
Ik ben nu in staat dit vfo te vergelijken met een door Kenwood gemodificeerd vfo en daar zit geen verschil in verloop meer in.
De modificatie was ook van Kenwood, de oorspronkelijke temp. condensatoren eruit en deze op een fysiek andere plaats erin alleen leverden zij deze c,s niet meer omdat het apparaat meer als 30 jaar oud is.
Wat mij wel opviel is dat na elke soldering de keramische condensatoren 24 uur tot rust moesten komen voordat er iets zinnigs over het verloop per graad temp.stijging te zeggen was.
Bedankt voor je bijdrages ,ik heb er weer wat van geleerd.
gr. henk
condensatoren
Hallo Henk,
Petje af dat je het na heel veel experimenteren voor elkaar gekregen hebt!
Dit zijn niet de gemakkelijkste dingen om goed te krijgen.
En ik heb ook weer iets geleerd: "dat na elke soldering de keramische condensatoren 24 uur tot rust moesten komen voordat er iets zinnigs over het verloop per graad temp.stijging te zeggen was"
Het zijn lastige componenten, keramische condensatoren. Ik heb een keer heel lang gezocht naar een wisselend gedrag van een oscillator. Dat bleek uiteindelijk te komen door mechanische spanning (kracht) op een keramische condensator. En dat moet vanaf de productiedatum al zo zijn geweest.
Bedankt voor het delen met ons van je ervaringen!
Jac