ontvangst gevoeligheid (Toestel of techniek)

door Ed van der Weele † , Zeist, 02-11-2013, 11:02 (4045 dagen geleden) @ Frankje
Gewijzigd door Ed van der Weele †, 02-11-2013, 11:23

Bij het afregelen mogen de signaalgenerator en het aanwijsinstrument (meetzender en scope in dit geval) geen directe verbinding maken met de af te regelen afstemkring. Er moet aan beide zijden minstens 1 versterkend element als buffer tussen zitten.
Door de signaalkabel en/of de meetprobe wordt de afstemkring waarop deze is aangesloten verstemd.

De scoop kan zelfs aangesloten worden op de laagfrequentversterker zodat de afregeling plaatsvindt op maximale LF output.
Voor de middenfrequentie is het vaak al voldoende om het signaal toe te voeren aan de antenne-ingang. Zeker als de ontvanger wordt afgestemd op de laagste frequentie in de middengolfband komt er meer dan voldoende signaal via de antenne-ingang en de mengtrap om de middenfrequentbandfilters af te kunnen regelen.

Bij het afregelen van de antennekringen moet de koppeling met de meetzender zo los mogelijk zijn, ook om verstemming van de kringen te vermijden.
Afregelen van de spoelen op de ferrietstaaf gebeurt door ze over de staaf heen en weer te schuiven totdat het maximum is bereikt op de laagste frequentie in de betreffende band. Voor MG dus op circa 600 kHz en voor LG op circa 170 kHz.
Bij het heen en weer schuiven van de spoelen altijd een houten of kunststof voorwerp gebruiken om het 'handeffect' te voorkomen.

De trimcondensatoren van de antenne- en oscillatorkringen afregelen op de hoogste te ontvangen frequentie in de band, dus circa 1600 kHz respectievelijk 280 kHz.

Let bij het afregelen ook op dat niet een te hoge signaalsterkte uit de meetzender wordt toegevoerd. De AVR mag niet in werking treden.

Download van de website van de NVHR wat documentatie om te kijken wat de fabrikanten voorschrijven.