Beste medeforummers, ben nog niet eerder aan de transistor begonnen, wel buizen , maar nu dan toch maar eens de stap wagen. wat ik graag wil weten is of het mogelijk is om een Philips L3X90T uit te rusten met huidig in de handel verkrijgbare "moderne"transistoren.
Bezetting is de volgende : OC44, OC45 (2x), OC71 (2x), OC72 (2x, gepaard), diode OA79
ook geleverd met OC73 i.p.v. de tweede OC71.
Zijn hier moderne equivalwenten voor ?
Alvast dank, Hans

Waarom zou je die transistoren willen vervangen?
Als ze kapot zijn zou je bij gebrek aan originele een ander type kunnen gebruiken, maar als alles werkt is er geen enkele reden om ze te vervangen. De radio zal er niet gevoeliger van van worden of een beter geluid produceren.

Omdat ik er niet 1 maar 5 in totaal heb , waarvan 4 niet werken, ik wat op voorraad wil hebben, en ik ook wat wil experimenteren om ervaring op te doen.
Dat voor wat betreft de wedervraag , maar mijn vraag naar moderne equivalenten heb ik nog geen antwoord op. Waar zou ik ze kunnen vinden of moet ik daarvoor een eindeloze zoektocht in specificaties starten. Dat kan natuurlijk ook , maar ik hoop hier een wat kortere weg te bewandelen!

Geloof dat ik al iets gevonden heb : http://www.dave-cushman.net/elect/apidictortransistors.html

Hans,

Vervangen kan direct met modernere ACxx torren, zolang maar
Germanium toren
Stroom Ic voldoende als org (meer altijd goed)
Hfe is versterking ongeveer gelijk.
Max frequentie gelijk of hoger.

Dat volgorde pennen niet klopt is kwestie van pootjes buigen.

Vervangen voor nog nieuwere Silicium zou ook kunnen.
Echter dan naast bovengenoemde eigenschappen moet je opnieuw de
gelijkstroom instelling gaan aanpassen.
Is de weerstanden.
Wordt ietsjes lastiger maar kan prima.

Heb je een vervanger dan stop je eerst deze in je werkende
toestel, doe je per Tor.
Zo kun je goed beoordelen of je goed bezig bent.
Als eerste controleer je dan of de gelijkstroom instelling nog klopt.
Aanpassen doe je door weerstand aan de collector of aan de emittor in waarde te veranderen.
Je weet de stroom Ic en kun je zo berekenen wat de nieuwe dan moet worden om weer uit te komen op in schema gegeven waarden.

Aan die equivalenten heb je niks, veel lastiger verkrijgbaar waarschijnlijk.

Vooropgesteld dat de kans op defecten niet groot is en je verdeeld over die 4 radio's hooguit een paar transistoren stuk zult hebben en met een beetje geluk geen enkele, kan je de vervangers het best veel dichter bij de originelen zoeken.

Als je de originele al niet zou kunnen krijgen, dan kijk je wat Philips er vlak na geproduceerd heeft voor dezelfde toepassingen. Zo ga je van OC72/74 richting AC128. OC70/71 komt uit het hoofd gezegd op AC125 uit.

In geval van nood werkt silicium ook nog op veel plaatsen. Gewoon overal BC557 instoppen en dan kijken wat je eventueel moet aanpassen (lang niet altijd, maar in de eindtrap in elk geval wel) is als experiment leerzaam, maar voor een serieuze reparatie meestal onzinnig.

Sorry, ik herinnerde me een soortgelijke vraag die ik kreeg van iemand die alle transistors in een radio wilde gaan vervangen met de verwachting dat hij dan een betere radio zou krijgen. "Want die oude transistors zullen toch wel versleten zijn", was de redenatie.
Slijtage van transistors is niet of nauwelijks aan de orde. Wat in het begin van de transistorgeschiedenis wel voorkwam was 'doordiffunderen'.
Wat ik er van heb onthouden was dat een chemisch proces waarbij de PN-overgangen langzaam in elkaar doorgroeiden. De versterking van de transistor nam daarbij geleidelijk toe, totdat er kortsluiting in de PN-overgang ontstond. Daarna was het over en uit met de transistor.

Bij zulke oude transistorradio's zijn de printen meestal niet van zulke goede kwaliteit als de huidige printplaten. De kans dat de printsporen loslaten van de pertinax ondergrond bij het solderen is vrij groot. Daarna is het heel lastig om de boel weer netjes te repareren.
Overtuig je daarom eerst dat de bewuste transistor met een grote mate van waarschijnlijkheid defect is, door in de schakeling de spanningen te meten. Dat voorkomt onnodig soldeerwerk.

Medeforummers bedankt voor jullie bijdragen, in ieder geval alweer wat wijzer.
Rest mij nu de vraag, wie kan mij aan wat vervangers helpen?

Nog diverse AC typen beschikbaar.
Mail maar even bij interesse via het envelopje.

Reparatiemethodes door stomweg maar wat onderdelen, zoals tranistoren te vervangen, is erg af te raden. Daarmee worden bijna altijd weer nieuwe fouten geintroduceerd, los van vergaande de-origineling van de radio. Meten waar het mis gaat is veel beter, ik durf wel te wedden dat in al die defecte toestelen er waarschijnlijk geen of slechts een enkele tor echt kapot is.

Een simpele meetmethode om te starten, waarbij je niet eens een meter nodig hebt gaat als volgt.

Een radio bestaat uit een hoogfrequent en een laagfrequent, audio gedeelte.
We controleren eerst of het audiogedeelte het nog doet, door simpleweg aan de volume regelaar te draaien. Die kraken altijd wel een beetje, een kwestie van goed luisteren. Horen we helemaal geen kraak en ook geen enekele vorm van ruis, dan is het audio-gedeelte defect.
Een andere methode is een schroevendraaier vastgehouden aan het metalen gedeelte en aan de middelste aansluiting van de volume pot houden. Je moet dan een brom horen.
Kan ook aan basis van T4, en aan basis T5.

Is er wel audio, dan gaan we het MF gedeelte na. Door simpel een schroevedraaier die je aan het metalen gedeelte vasthoud aan de basis van de mf torren T2 en T3 te te houden. De basis is het middelste pootje, voorkom sluiting met de andere pootjes van de tor. Je moet nu extra ruis en rommel horen op het moment dt je de basis aanraakt (Je gebruikt je zelf als antenne voor het MF signaal, een primitieve meetzender dus)
Je kan bij T2 beginnen, begint het flinkt te ruisen en te brommen bij flink opengedraaide volume , dan is ook T3 goed.

Tot slot het HF gedeelte, dat is wat lastiger, maar ook hier de schroevendraaier aan de basis van T1 en je moet rommel of zelfs zenders horen.

Als er niets te horen is is de desbetreffende trap defect. Dan beginnne we na te gaan of er voedingsspanning op de torren staat, nu is er wel een simpele multimeter nodig. Ontbreken of wijken de spanningen erg af dan gaan we met het schema zoeekn waar die wegvalt. Zijn de spanningen wel redelijk in orde, dan de tor zelf nameten, bij uitgeschakeld toestel de 2 diodes, tusen collector en basis en emittor en basis in beide richtingen door meten, er moet een duidelijk verschil zijn tussen de 2 meetrichtingen. Eventueel de tor lossolderen aan hooguit 2 pootjes, pas op voor oververhittingen, hou de aansluitdraden met een tangetje vast voor koeling.

Tja, verder is het kwestie van schema lezen en systematisch volgen.
Succes.

(Als je ervanafwilt, ik neem de defecte radioos graag over)