Indien niet bekend hoeveel mA door de eind FETs heen moeten, kun je de ruststroom ook met een zeer klein sinus signaal afregelen m.b.v. een scoop.

Zorg dat de knik bij de nuldoorgang net weg is. Hierna kun je nog verder afregelen totdat het sinus signaal juist het maximum bereikt. Na deze afregel procedure zal de eindtrap meestal lauw tot handwarm in rust worden.

Ruststroom varieert van minder dan 1 mA tot wel 50 mA per eindtransistor, afhankelijk van het ontwerp van de eindtrap.

groetjes,
-=Kees=-

Das de theorie voor een versterker van 0,5 tot enige watts uit de beginperiode. Bij zware versterkers is de bias meestal veel zwaarder ingesteld dan dat, omdat er ook "werkpuntsverschuiving" moet tegengegaan worden, en daarvoor moet het beestje op vol vermogen draaien. (alles hangt af van het ontwerp van de schakeling)

door het vervangen van elco's in de voeding gaat de bias niet veranderen. Als alles goed is zou ik er af blijven, of eerst meten hoeveel de bias is en of dat in beide kanalen hetzelfde is.

groeten

Kris

Oké bedankt heren.
De elco's die ik vervangen heb zaten allemaal op de versterkerprint. Het waren allemaal axiale elco's variërende van 6,8 tot 47µF. De originele waren er voornamelijk van de Philips BC serie en vooral de kleintjes waren flink verlopen. De reusachtige voedingselco's ter grootte van een colafles heb ik uiteraard gewoon laten zitten.
Hoe kan ik de BIAS best meten? In deze versterker zitten geen emitter of collectorweerstanden waarover ik de spanning kan meten. Per kanaal zitten er 8 Mosfets in, waarvan telkens 4 parallel. Enkel de gate wordt telkens gestuurd door een weerstand van 1kOhm.
Moet ik iedere transistor dan loshalen bij de source en daardoor de stroom meten?

Groetjes,

Nick