50 ohm impedantie (commuicatie) ontvangers (Toestel of techniek)
Naar aanleiding van mijn vraag over het verschil tussen een 50 en 75 ohm coax koppelstuk komt daar een tweede bij:
In veel schema's en artikelen lees ik dat "men" met 50 ohm naar de (communicatie) ontvanger gaat en evenzo (voor zenders) met 50 ohm naar de antenne.
Blijkbaar hebben communicatie ontvangers een 50 ohm ingangsimpedantie op de antennebus. Is dat min of meer constant over het hele bereik ?
En vooral: hoe zit dat met "gewone" ouderwetse omroepontvangers?
50 ohm impedantie (commuicatie) ontvangers
Een ontvanger wordt ontworpen voor de antenne die gebruikt gaat worden.
Als de ontvanger met een zender wordt gecombineerd is de antenne tegenwoordig vrijwel altijd 50 ohm op de frequenties waarvoor hij wordt gebruikt.
Bij een omroepontvanger is de antenne een spriet ( draagbaar ) of een langdraad ( vroeger ).
Deze zijn geen 50 ohm en hebben zelfs een onbekende impedantie, immers de fabrikant weet niet hoe jouw langdraad er uit ziet of hoe je spriet staat/ligt of in de buurt van metaal is.
In het laatste geval wordt een inschatting gemaakt van de impedantie en wordt daarop de ingang gedimensioneerd.
Communicatie ontvangers worden veelal in combinatie met zenders gebruikt maar hebben vaak een 2e ingang voor andere antenne's of ze zijn in verschillende uitvoeringen geleverd.
De Murphy B40 heeft bij oudere versies een hoogohmige ingang en de D versie een 50 ohm ingang.
50 ohm impedantie (communicatie) ontvangers
Voor zenders is een juiste afsluitimpedantie cruciaal. Bij het gebruik coaxiale antenneleidingen is dat bij de meeste zenders 50 Ohm. De uitgangen zijn gedimensioneerd voor 50 Ohm en ook de antennes hebben aanpassingen voor 50 Ohm. Als kabels, zenders en antennes niet op de juiste manier afgesloten worden, kunnen er staande golven ontstaan. Niet alle energie gaat naar de antenne en een deel wordt gereflecteerd, waardoor een zender zelfs defect kan raken. Bovendien gaat de kabel als antenne werken hetgeen uiteraard ook niet gewenst is.
In TV toepassingen, zoals antenne distributie is 75 Ohm gebruikelijk. Als de regels voor het aanpassen van leidingen en stekers etc, niet in acht worden genomen, dan leidt dat vrijwel altijd tot een slechtere ontvangst, zeker bij analoge uitzendingen. Bij die laatste zie je dan bijvoorbeeld contouren aan de afbeeldingen op het scherm. Bij digitale uitzendingen wordt bij reflecties data verkeerd geïnterpreteerd, wat dan weer kan leiden tot blokken en andere verschijnselen in beeld.
Bij gewone radiotoestellen is het vrijwel nooit bekend wat voor antenne er aangesloten wordt, zodat die ingangen meestal tamelijk hoogohmig worden uitgevoerd. Bij een publieks ontvangers speelt het zeker op AM allemaal wat minder kritisch. Door de prijs die zo'n ontvanger mag kosten, zijn er wel meer concessies gedaan. De gevoeligheid is meestal niet extreem en dat werd dan weer opgelost door zenders te bouwen met een zeer groot vermogen.
Het mag bekend zijn dat een beetje amateurzend/ontvanger met tamelijk kleine vermogens de hele aardbol kunnen bereiken. Het bedieningsgemak van zo'n toestel, is dan weer wat ingewikkelder als een simpele afstemknop op een gewone radio.
Met de komst van FM was het wel nodig om kabels toe te passen met een karakteristieke impedantie. Aanvankelijk was dat het bekende 300 Ohm lintlijn, later 75 Ohm coax.
50 ohm impedantie (communicatie) ontvangers
Van mijn PTI (Philips) tijd weet ik nog dat de zenders aangesloten werden met connector N type 50 Ohm en de ontvangers met N type 75 Ohm.
--
Wim Schoonhoven